Goed handelen bij huiselijk geweld en ouderenmishandeling
“We krijgen regelmatig de vraag of de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling ook geldt voor ouderen, die bijvoorbeeld verbaal of fysiek mishandeld worden of verwaarloosd”, vertelt Rita Heinen. Zij werkt als kerndocent voor de postbacheloropleidingen Verpleegkundige Maatschappij & Gezondheid van Avans⁺, waar onder meer wijkverpleegkundigen worden opgeleid. “De Meldcode geeft aan, welke processtappen je moet volgen wanneer er sprake is van aan huiselijk geweld en kindermishandeling. Daaronder valt seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang maar ook oudermishandeling (kind-oudergeweld) of ouderenmishandeling”.
Uit onderzoek van onder meer Movisie (2018) blijkt dat ouderenmishandeling nog te vaak voorkomt. Naar schatting 1 op de 20 ouderen heeft te maken met een vorm van ouderenmishandeling. Dat kan fysieke-, psychische- of seksuele mishandeling zijn, maar ook financiële benadeling en/of verwaarlozing valt onder mishandeling. Daarnaast blijkt dat professionals niet altijd de expertise hebben om deze vormen van mishandeling te herkennen of dat zij het moeilijk vinden het onderwerp bespreekbaar te maken.
Vanaf 1 januari 2019 verandert het gebruik van de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Professionals zijn dan verplicht om bij vermoedens van mishandeling en/of huiselijk geweld de 5 stappen te volgen die de meldcode aangeeft. In de huidige situatie, die tot 31 december 2018 gehanteerd blijft, is melden bij Veilig Thuis niet perse noodzakelijk wanneer na het bespreken ervan, de mishandeling of verwaarlozing stopt of vrijwillige hulp is ingezet.
Dat gaat veranderen. In de situatie na 1 januari 2019 blijven de eerste 3 stappen hetzelfde, legt Heinen uit. “Stap 1 is het opvangen van signalen. Bij oudermishandeling is dat bijvoorbeeld veel- of onverklaarbare verwondingen, suffig, verward of apathisch. Ook onverklaarbare angst, woede, wantrouwen en/of verdriet kunnen wijzen op mishandeling, evenals overname van zaken die de oudere best zelf kan, geen toegang voor vrienden of bekenden, geen privacy bij bezoek, etc.
Als professional probeer je dan je vermoedens te bevestigen of te ontkrachten. Je inventariseert de signalen objectief, met onderscheid van feiten en interpretaties.
Stap 2 is dat je een deskundige consulteert, zoals een aandachtfunctionaris ouderenmishandeling. Ook kun je Veilig Thuis raadplegen. Stap 3 is het bespreken van de signalen met de betrokkenen.
In dit geval de oudere zelf, als deze daartoe in staat is, de mantelzorgers en/of andere professionals. Je hoopt dat de situatie wordt erkend, zodat de mishandeling stopt. Zo nodig regel je hulp”.
Altijd melden bij Veilig Thuis
“Het grootste verschil zit ‘m straks in de stappen 4 en 5. Stap 4 betreft het ‘wegen’ van de risico’s, de aard en de ernst van oudermishandeling of huiselijk geweld. Zijn deze risico’s dusdanig dat je als professional in staat bent de mishandeling of het huiselijk geweld te stoppen en/of zo nodig vrijwillige hulp in kan schakelen of is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk?
Vanaf 2019 wordt het verplicht om alle gevallen van ouderenmishandeling en huiselijk geweld te melden bij Veilig thuis, ook al ben je zelf in staat de situatie te keren of kun je hulp inzetten.
Veilig Thuis krijgt daardoor een radar- en adviesfunctie. Zij helpen bij de triage en kunnen advies en hulp bieden en specifiek beleid ontwikkelen op basis van de gegevens die zij binnenkrijgen”.
Goede gespreksvaardigheden
“Professionals herkennen de signalen soms niet goed en dat is ook begrijpelijk. Er is een groot grijs gebied, waarin signalen niet altijd duidelijk zijn. Soms zijn professionals ook terughoudend om actie te ondernemen. Dat noemen we ook wel ‘handelingsverlegenheid’. En laten we eerlijk zijn: het ís ook een lastig gespreksonderwerp. Eén verkeerde opmerking kan ervoor zorgen dat je het vertrouwen van de cliënt en/of mantelzorgers kwijtraakt, waardoor ze niet meer met je willen praten. Maar dat mag nooit betekenen dat we de andere kant op kijken. Daarom besteden we tijdens de opleiding ‘Werken met de meldcode’ veel aandacht aan goede gespreksvaardigheden.”
Moreel redeneren
“Een ander belangrijk onderwerp is moreel redeneren. Hoe zorg ik er voor dat mijn afwegingen herleidbaar zijn? Welke instrumenten zet ik in om de signalen van geweld objectief in kaart te brengen? Kan ik de mishandeling of het huiselijk geweld stoppen? En wat is het risico dat mijn handeling averechts werkt en dat ik het vertrouwen van de cliënt en/of mantelzorgers verlies? Of dat de situatie voor het slachtoffer juist verslechtert? Als professional moet je alle mogelijke consequenties op een goede manier meewegen in je beslissing.”
Reflectie
“Reflectie is in ons vak ook onmisbaar. Mishandeling en geweld zijn lastige onderwerpen en het is daarom cruciaal dat je daarbij terugkijkt op je eigen handelen. Deze reflectie levert waardevolle inzichten op over wat je een volgende keer wellicht beter kunt doen. Je denkt ook na over je eigen normen en waarden. Hoe ga je bijvoorbeeld altijd respectvol om met je cliënt en/of diens mantelzorgers, ongeacht je eigen opvattingen over hun gedrag of levensstijl? Ook dat komt in de opleiding nadrukkelijk aan bod, omdat het van grote invloed kan zijn op deze toch al zo gevoelige gesprekken.”
Vaardigheden ontwikkelen
“Willen we als professionals huiselijk geweld en ouderenmishandeling tijdig signaleren en betrokkenen motiveren in het aanvaarden van hulp, dan zijn – naast de meldcode – een aantal cruciale vaardigheden van belang. We moeten durven handelen, de juiste afwegingen maken en kritisch zijn op wat we doen. Maar bovenal: waardevrij en met een open houding het gesprek aangaan. Vergeet niet dat geweld ook kan voortkomen uit onmacht. Daarom zijn gespreksvaardigheden zo belangrijk. Als je er tijdens een eerlijk gesprek een gedeelde zorg van kunt maken, zijn mensen eerder bereid om hulp te accepteren”.
Wil je meer informatie over de opleiding ‘Werken met de meldcode’? Bekijk dan de opleidingspagina en download de brochure.