In de bouw praten we al jaren over integraliteit. Hiermee wordt bedoeld dat men direct de samenwerking met de stakeholders opzoekt om het ontwerp vast te stellen en de consequenties in kaart te brengen. Dit vraagt om een andere benadering van projecten en klanten. De hedendaagse ontwerper krijgt hierdoor een adviserende rol, het is zijn verantwoordelijkheid om te zorgen dat de technische installatie, duurzaamheid, energiezuinigheid en kosten van beheer/onderhoud in het ontwerp worden opgenomen.
Terwijl iedereen het eens is over de voordelen, komt het samenwerken maar moeilijk tot stand. Het blijkt dat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie. Dat wordt ook opgemerkt in BIM projecten. Het probleem ligt vooral in mensen en organisaties die met elkaar moeten samenwerken. Er bestaat geen algemeen recept integraal ontwerpen. Het is en blijft mensenwerk!
Is afstemming echt noodzakelijk?
Binnen de installatietechnische sector is het van cruciaal belang dat de W en E ontwerpers effectief met elkaar communiceren. Beide disciplines hebben elkaar nodig om tot een goed advies te komen. Meestal dient de werktuigkundige installatie voor het comfort binnenin een gebouw en staat de elektrotechnische installatie ten dienste van de gewenste functionaliteit. De ontwerper van de elektrotechnische installaties moet bijvoorbeeld weten waar de kabelwegen noodzakelijk zijn. Er ontstaat een probleem in de uitvoering als er al een luchtkanaal geprojecteerd is. De disciplines dienen dus onderling aan te geven waar andere componenten aan moeten voldoen.
Voordat een definitief ontwerp aan de opdrachtgever kan worden voorgelegd is het noodzakelijk om afstemmingsoverleg te hebben over bijvoorbeeld;
- Heeft de keuze voor een luchtbehandelingskast gevolgen voor de elektrische aansluiting?
- Is er wel of geen warmtepomp opgenomen in de luchtbehandelingskast?
- Wat is het elektrisch vermogen van de ventilatoren?
- Heeft de keuze voor een bliksembeveiligingsinstallatie of overspanningsinstallatie gevolgen voor de regelkasten die in de werktuigkundige installatie worden toegepast?
Samenwerking vanuit integraal perspectief
Wij merken in onze HIT-W en HIT-E opleidingen ook, dat samenwerken en afstemmen moeilijk blijkt in de praktijk. Maar de markt vraagt hier wel om. Daarom zijn Leo Labega (opleidingsmanager HIT-W) en ik het erover eens dat hier aandacht aan besteed moet worden. Deze “integratiekennis W en E” en de skills die nodig zijn om de samenwerking goed te laten verlopen, hebben we geïntegreerd in de bestaande HIT-opleidingen. En dit is nodig, want juist binnen de HIT-W en E opleidingen leiden we de bedenker van de complexe installatietechnische concepten op. Juist zij moeten vanuit integraal perspectief de juiste ontwerpen en keuzes maken op basis van techniek, duurzaamheid en levensduurkosten en juist deze doelgroep moet deze kennis en skills eigen maken.
Hoe wordt dit geïntegreerd?
Vanaf september 2015 werken de HIT-W en HIT-E deelnemers samen aan 1 project met ieder een apart ontwerpvraagstuk. Binnen dit ontwerpvraagstuk dienen zij relevante gegevens uit te wisselen en ontwerpuitgangspunten met elkaar af te stemmen. Hierdoor krijgen zij de kans te leren van elkaar, door enerzijds het begrip voor beide vakgebieden te vergroten en anderzijds ook hun vaardigheden betreffende samenwerking en effectieve communicatie te ontwikkelen.
De HIT-opleidingen bestaan al langer dan 25 jaar en het is voor het eerst dat de integratie tussen beide disciplines op deze manier tot stand komt. Om dit proces goed te laten verlopen hebben wij gebruik gemaakt van veel specialisten en van onze werkveldadviesraad.
Bron: www.otib.nl