Cécile van Glabbeek, verplegingswetenschapper en sociaal psychiatrisch verpleegkundige, werkzaam binnen het VIP team in Breda bij GGZ Breburg.
Ten behoeve van mijn afstuderen aan de opleiding SPV van Avans+ heb ik een artikel geschreven betreffende sociale psychiatrie binnen het FACT model.
Hieronder volgt een weergave van de conclusies en aanbevelingen van het artikel. Centraal staat de vraag: hoe sociaal psychiatrisch kun je werken binnen het FACT model? Het doel is een beeld te schetsen van de opvattingen die hierover bestaan. Dit heb ik gedaan door het opdoen van praktijkervaring binnen een FACT team van GGZ Breburg en door het verrichten van literatuuronderzoek.
Conclusies
Door de invoering van het FACT model in de GGZ heeft een verschuiving van zorg plaats gevonden. Een positieve ontwikkeling, vanuit sociaal psychiatrisch oogpunt, is het verplaatsen van de zorg naar daar waar de cliënt en zijn naastbetrokkenen zich bevinden. Waar voorheen door hulpverleners vanuit hun kantoor ‘ambulant’ gewerkt werd, zijn diezelfde hulpverleners nu (weer) in de wijk te vinden. Hierdoor is de cliënt en zijn systeem beter in beeld; het functioneren van de cliënt in de thuissituatie is beter zichtbaar geworden. De 4 systeemniveaus en hun onderlinge interactie met elkaar, zijn veel beter in kaart te brengen dan voorheen. De sociaal psychiatrisch hulpverlener is uiteindelijk beter in staat om het proces tussen hem en de cliënt te beïnvloeden.
Wat er beoogd werd met het FACT model, is door onderzoek bevestigd. Namelijk: minder opnamedagen, minder stigmatisering, een afname van ernstige psychiatrische symptomen, snelle reactie bij terugval, weinig drop-out bij FACT teams, een verbeterde relatie tussen cliënt en hulpverlener en een verbeterde continuïteit van zorg. Deze conclusies zijn te rijmen met sociaal psychiatrische uitgangspunten.
Tegelijkertijd zijn er wel wat kanttekeningen te plaatsen vanuit de sociaal psychiatrische visie. Door te stellen dat het FACT model vooral bedoeld is voor mensen met psychotische problematiek, wordt het medisch model als uitgangspunt genomen en niet het sociaal psychiatrische model.
Het doel van de sociale psychiatrie is het verhogen van de weerbaarheid van de cliënt. De vraag is of deze verkregen kan worden door het bieden van FACT zorg. Op het moment dat het slechter met hem gaat wordt de zorg, vanuit het team, direct geïntensiveerd. Krijgt de cliënt dan voldoende ruimte om te leren? Het hanteren van het FACT model kan er ook voor zorgen dat er door de hulpverlener te weinig een beroep gedaan wordt op de vermogens van de cliënt.
Het invoeren van het model heeft ervoor gezorgd dat er van de hulpverlener een andere werkwijze wordt vereist. Zo moet hij transparanter zijn dan voorheen omdat hij de zorg deelt met het team. Door het invoeren van het model alleen, verander je de visie en de manier van werken bij de hulpverlener niet. Daar is veel tijd en bijscholing voor nodig.
De, voor sociaal psychiatrische hulpverleners zo belangrijke aansluiting met de maatschappij, is door FACT teams nog niet verbeterd. Ik denk dat een belangrijke oorzaak hiervoor ligt in het feit dat de teams vanuit GGZ instellingen opereren. Vanuit de instelling zijn we niet gewend om contacten te leggen in de maatschappij, behoudens de contacten omtrent de directe cliëntenzorg.
Concluderend kan ik stellen dat er binnen het FACT model voor een deel sociaal psychiatrisch gewerkt wordt. Theoretisch gezien zijn er veel overlappingen te ontdekken. In de praktijk zijn er die minder. Ik denk dat, met de invoering van het FACT model, een grote stap is gemaakt om meer sociaal psychiatrisch te werken. Maar het is zeker nog niet voldoende!
Aanbevelingen
Het model
Omdat er in de literatuur weinig te vinden is, is het aan te bevelen om meer en verder onderzoek te verrichten naar de effecten van het werken met het FACT model.
De cliënt
Om de sociaal psychiatrische standpunten meer vorm te geven, is het in de eerste plaats belangrijk om de cliënt te betrekken bij het bepalen van wat goed voor hem is. Wat wil de cliënt? Wat heeft hij nodig om zijn leven weer op orde te krijgen? Hiervoor is het dus belangrijk om de cliënt om zijn mening te vragen. Hij is de ervaringsdeskundige en hij weet hoe hij zijn weerbaarheid moet vergroten en welke hulp hij daarvoor nodig heeft. Daarom is het van belang om meer onderzoek te doen naar de wensen van de cliënt. Van daaruit kan ook geconcludeerd worden of de cliënt het prettig vindt dat de zorg door middel van het FACT model geleverd wordt of op een andere wijze.
De hulpverlener
Als het uitgangspunt de wens van de cliënt wordt dan zal de sociaal psychiatrische hulpverlener vanuit andere paradigma’s moeten denken. Daar waar de hulpverlener in het verleden vooral gericht was op hetgeen de cliënt niet kon, moet hij zich nu meer gaan richten op datgene wat de cliënt en zijn systeem wel (aan) kan en vooral ook wil. De hulpverlener zal moeten leren om de cliënt de ruimte te geven om te leren. Om dit te bereiken is het belangrijk dat de hulpverlener transparant wordt over zijn manier van werken. Dit vereist mogelijk bijscholing en sturing in het FACT team.
De wijk
In de literatuur zijn verschillende citaten te vinden van sociaal psychiatrisch verpleegkundigen die de oplossing zien in het meer betrekken van partijen uit de maatschappij bij het FACT team. Ik heb hierover een andere mening.
De zorg zal vanuit de wijk geleverd moeten gaan worden; dichtbij de cliënt en niet vanuit de GGZ instellingen. De hulpverlener moet naar de cliënt toe gaan en niet andersom. Het contact met de maatschappij zal dan ook veel beter tot stand komen. Dit contact is belangrijk omdat de hulpmiddelen voor het herstel van de cliënt in de maatschappij te vinden zijn. Bij de verschuiving van de tweedelijnszorg naar de eerstelijnszorg is een belangrijke rol voor de SPV-en weg gelegd. Zij zijn bij uitstek de hulpverleners die de sociaal psychiatrie weer kan brengen daar waar deze hoort, namelijk in de wijk!
Geïnteresseerd? Bekijk dan nu onze opleiding SPV?