Avans+ onderzoekt alle mogelijkheden voor de circa 85 verpleegkundestudenten uit Indonesië om hun opleiding te voltooien als de IND onverhoopt zou besluiten om de status van Avans+ als opleider van deze studenten in te trekken. Dan zou ook het studievisum van deze studenten komen te vervallen. Avans+ is in gesprek over een alternatieve constructie met de overheid, de studenten en de zorginstellingen waar de studenten nu werken en stagelopen. Met een arbeidscontract van tenminste 24 uur per week zouden zij in aanmerking kunnen komen voor een (tijdelijk) werkvisum. Zij hebben dan de mogelijkheid om in deeltijd hun hbo-opleiding binnen twee jaar te voltooien.
In 2021 is Avans+ samen met bemiddelingsbureau Yomema een leerwerktraject begonnen met studenten uit Indonesië met een verpleegkundige achtergrond. Naast het volgen van een hbo-opleiding bij Avans+ gingen zij ook twee dagen per week aan de slag als verzorger bij een Nederlandse zorginstelling. Daar liepen ze ook twee dagen per week stage en waren er twee dagen in de week beschikbaar voor het volgen van lessen en zelfstudie. Het was de bedoeling dat zij na hun hbo-opleiding weer naar Indonesië zouden terugkeren, waardoor zij een bijdrage zouden kunnen leveren aan een hoger niveau van de Indonesische zorg. De opleiding maakte deel uit van een raamovereenkomst tussen de Indonesische en Nederlandse overheid. Ook andere bemiddelingsbureaus zijn actief met tijdelijke contracten voor verpleegkundigen uit Indonesië.
Open contact
Alhoewel over de zogeheten Bachelor of Nursing International opleiding steeds een open contact is geweest met overheidsinstanties zoals de IND en de Arbeidsinspectie, bleek dat de opzet de nodige vragen opriep. Ondanks aanpassingen is het Avans+ samen met de andere betrokken partijen niet gelukt om de zorgen vanuit de overheidsinstanties weg te nemen. Daarom heeft Avans+ vorig jaar besloten om de opleiding en samenwerking op te schorten en geen nieuwe Indonesische studenten meer aan te nemen totdat er duidelijkheid bestaat. De inzet is steeds geweest dat de nog in Nederland zijnde studenten hier hun opleiding zouden kunnen afmaken. Binnen maximaal twee jaar zou dat voor de hele groep haalbaar moeten zijn.
Arbeidsvisum
De IND heeft kenbaar gemaakt te overwegen de status van Avans+ als opleider en referent van deze studenten in te willen trekken. Avans+ heeft gereageerd met een zienswijze, en is van mening dat er geen bevoegdheid is om in te trekken. Er vindt overleg plaats tussen Avans+ en de IND om te zorgen dat de studenten zo min mogelijk last hebben van een eventuele intrekking.
Intrekking zou betekenen dat hun studievisum komt te vervallen. Wanneer de studenten in Nederland willen blijven, hebben ze dan ook een nieuwe juridische verblijfstitel nodig. Het alternatief zou kunnen zijn dat zij een werkgever vinden die voor hen een Gecombineerde Vergunning Verblijf en Arbeid (GVVA) aanvraagt. Voor het verkrijgen van een arbeidsvisum is het bovendien nodig dat zij een contract hebben van tenminste 28 uur per week. De werkgever krijgt dan de rol van nieuwe referent. Avans+ is hierover met de zorginstellingen waar deze studenten nu al deels werken en stagelopen in gesprek. Ook voert Avans+ al enige tijd overleg met de overheid over deze oplossingsrichting. De studenten kunnen dan in deeltijd hun opleiding afmaken.
Win-win oplossing
Volgens directeur Cris van Osch van Avans+ is er goede hoop dat met deze aanpassing de Indonesische studenten in Nederland kunnen blijven om hun hbo-opleiding te voltooien. “Ook andere Indonesische verplegers hebben een arbeidsvisum gekregen om tijdelijk in Nederlandse zorginstellingen te werken. De Indonesische overheid steunt zulke initiatieven omdat zij er verpleegkundigen voor terug krijgen met meer kennis en ervaring. En de Nederlandse zorg heeft te maken met een schreeuwend tekort aan mensen. Daarom hebben we dit altijd als een win-win oplossing gezien. Wanneer deze Indonesische studenten met een half voltooide opleiding Nederland moeten verlaten omdat ze geen geldig visum meer hebben, levert dat alleen verliezers op. Wij zetten daarom alles op alles om dit te voorkomen.”